Priesterboord
woensdag, 15 september 2021
Elke ochtend als ik mijn priesterboordje om doe, bid ik voor een dieper bewustzijn van de grote verantwoordelijkheid en omvang van wat het vertegenwoordigt. Ik ben me bewust van mijn zondigheid en onwaardigheid om het zelfs maar aan te raken.
Al mijn vrienden en familie kunnen over mijn mislukkingen vertellen, ze hebben het zelf gezien. Ik weet hoe het is om de woorden te zeggen: “Vader vergeef me, want ik heb gezondigd”, of om een akte van berouw te bidden voordat ik de H.Mis vier.
Ik zat op de middelbare school toen de seksueel misbruikschandalen voor het eerst uitbraken in het noordoosten van de Verenigde Staten. Ik kende de controle en de schaduw die zou worden geworpen als ik ervoor koos priester te worden. Ik kende de ogen van argwaan die zouden volgen op de titel ‘Vader’ maar ik vervolgde mijn priesterstudie en daarna in mijn werk in vele parochies, vastberaden in mijn roeping.
Deze week loop ik met pijn in mijn hart rond. Ik ben boos en gefrustreerd als gevolg van de rapporten over misbruik in Pennsylvania en de situatie rond McCarrick. Mijn voortdurende gebed is voor de slachtoffers geweest. Elk volgend nieuwsbericht wordt mijn hart meer verscheurd. Wat vertegenwoordigt het priesterboord nu het tegenovergestelde van wat hij zou moeten doen. Terwijl ik rondliep vroeg ik me af hoeveel mensen die mijn boordje zien zich zullen afvragen: “Deze ook?”
Wat betekent het priesterboord?
Toen ik me de afgelopen dagen verplaatste tussen de pastorie en de kerk, over de gangen van de verpleeghuizen en ziekenhuizen, terwijl ik schoolspullen uitdeelde aan talloze buurtjongeren, dacht ik: “Doe dat boordje af”.
Vanmorgen wilde ik mijn priesterboord niet omdoen. Ik schaamde me. Ik was moe. Ik was boos. Ik wilde niet afgeschilderd worden met een vlekkerig penseel. Maar ik deed hem toch om. Toen ik later zieke parochianen in het ziekenhuis bezocht, liep ik langs een vrouw die bij een kamer stond. Toen ik doorliep naar de lift, kwam ze van achteren naar me toe en vroeg of ik een katholieke priester was. Ik rekende op weer een klap, maar toen ik me omdraaide en ‘Ja’ zei, vroeg ze met tranen in haar ogen of ik haar broer wilde zalven die stervende was aan kanker.
Wat ik de afgelopen dagen ook over het priesterboord heb gedacht, ze zag het als een teken van hoop en van de aanwezigheid van Christus. Als ik had besloten het niet te dragen, zou haar broer niet het sacrament hebben ontvangen dat hij zo nodig had en zou haar hele familie misschien geen troost hebben ervaren.
Het priesterboordje gaat niet over mij. Het gaat over Jezus Christus. Het gaat erom dat we ons herinneren dat we niet alleen op deze wereld zijn. Nogmaals, ik ben zeker onwaardig om het te dragen, maar ik besef dat ik geroepen ben om het te dragen, niet voor mezelf, maar in het belang van anderen. Terwijl ik het om doe, moet ik er nu aan denken om Gods hulp te vragen om uit te groeien tot een heilige priester van God, een brug en geen obstakel.
Voorbij de pijn
Ik bied mijn excuses aan voor de pijn die ik heb veroorzaakt terwijl ik het boordje droeg, de keren dat ik mijn plicht om een goede, heilige, gelovige priester te zijn heb genegeerd. Ik vraag om gebeden van vergeving en kracht.
Ik bied mijn excuses aan aan degenen die op de meest gruwelijke manieren diep gewond zijn geraakt door leden van de leiding van de kerk. De kerk was geroepen om er te zijn om te beschermen, en sommige mannen die de leiding hadden hebben gefaald.
Ik weet niet wat morgen zal brengen, maar ik weet dat ik het priesterboordje om moet doen. De bediening gaat door, ook al is het misschien moeilijker, omdat Christus nog steeds zielen zoekt om in Zijn tegenwoordigheid en vrede te brengen. Weet dat ik altijd voor u zal bidden en bid u alstublieft ook een gebedje voor mij?
+ priester Jonathan Slavinskas