Een jezuïet, een benedictijn en een franciscaan
Een jezuïet, een dominicaan en een franciscaan zijn gestrand op een onbewoond eiland. Op een dag vinden ze een lamp half verborgen onder het zand. Ze wrijven hem op en er verschijnt een geest die zegt: “jullie mogen ieder een wens doen”.
De jezuïet zegt: “Oh, God zij dank, haal mij van dit verschrikkelijke eiland en breng mij terug naar mijn universiteit waar ik weer les kan geven. Dat is mijn roeping.”
De dominicaan zegt: "Oh, God zij gedankt, breng mij alsjeblieft terug naar mijn klooster, waar ik thuis ben en kan bidden en werken voor de rest van mijn leven. Dat is waartoe ik geroepen ben.”
De franciscaan zegt: “Ach, het is hier zo kwaad nog niet. Ik heb hier de dieren, de bomen en de planten. Ik kan hier leven in franciscaanse eenvoud. Ik begon mijn twee broeders net een beetje aardig te vinden, kun je ze weer terug halen?”